De metro is het kruipnetwerk waar alle inwoners van deze miljoenenstad ergens heen gaan. Ieders huis is onlosmakelijk verbonden aan een Parijs metrostation. Iedereen komt er iedereen tegen.
Eigenlijk, is het de place to be.
Het is er proper, alle gangen gelijken en zijn functioneel. Je ziet er alle lagen van de bevolking, ruikt er alle inwoners… Het voelzintuig wordt niet aangesproken, want de metropolitains slagen erin met zeer velen in de kleine ruimte elkaar toch niet aan te raken. Als je het overschrijdt, zal een blik jou de ongeschreven regel vertellen.
In deze onderwereld zijn de principes redelijk eenvoudig.
Je mag elkaar uitgebreid opnemen en taxeren. Je mag alle anderen wegdenken, bijvoorbeeld door je ogen dicht te doen en te slapen –ik geloof ze toch niet allemaal hoor-. Je mag je cocon ook opbouwen door een geluidsmuur, alhoewel weinig mensen praten of een ander geluid maken in deze wereld. De oortjes bakenen je domein af en krikken tegelijkertijd je humeur op. Eigenlijk is de stilte en seriositeit oorverdovend. Soms wordt het starre gezicht doorbroken door handen die zich verstrengelen, van twee verschillende of één mens. Zo kan je je toch proberen in-leven in hun wereld. Zo kan je toch voelen..
Ik begrijp zeker nog niet alle regels: in bepaalde stations zijn deurtjes geïnstalleerd en in andere stations bewaken mensen in fluohesjes de in- en uitrit van de mensenstroom. Dit is echter de minderheid. Dit zijn waarschijnlijk de ‘probleemgevallen’. De mieren lopen niet als de vluchtige metro’s er is en halen ze toch, zonder dat de deur ze tegenhoudt of pijn doet.
In de zoektocht naar de Metropolitain heb ik ontdekt dat mijn rugzak me ‘faux’ maakt, dat ik toch aan een aangepaste garderobe zal moeten denken en, gelukkig, dat de regels flexibel zijn…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten